groep 7 - herhalingstaak - cat. WW13-WW14-WW15-WW16

Doel
- De leerlingen herhalen persoonsvormen verleden tijd.

Dit is een herhalingstaak. Over de categorieën van deze taak is instructie gegeven in de volgende lessen:
- WW13: vt regelmatige werkwoorden: ’t kofschip - Spelling in beeld d, blok 4, les 3
- WW14: vt regelmatige werkwoorden op ~ven en ~zen - Spelling in beeld d, blok 4, les 5
- WW15: vt regelmatige werkwoorden op ~ten - Spelling in beeld d, blok 6, les 1
- WW16: vt regelmatige werkwoorden op ~den - Spelling in beeld d, blok 6, les 3

Materialen
- taakbladen (groep 7 - H - WW13-WW14-WW15-WW16)
- antwoordbladen (groep 7 - H - WW13-WW14-WW15-WW16)
- uitlegkaarten d (groep 7 - WW13), (groep 7 - WW14), (groep 7 - WW15), (groep 7 - WW16)

Activiteiten
Laat de leerlingen de taakbladen voor zich nemen en de opdrachten doorwerken.

Opmerkingen

1. Laat de leerlingen bij voorkeur geen losse persoonsvormen opschrijven. Bij iedere persoonsvorm die de leerlingen opschrijven, staat een onderwerp. Vaak is dat een persoonlijk voornaamwoord: ik, jij, hij, enzovoort. Werken de leerlingen niet op kopieerbladen? Laat hen dan bij iedere persoonsvorm ook het onderwerp opschrijven. 

2. In deze taak komen vier verschillende spellingcategorieën over persoonsvormen verleden tijd aan de orde. Anders dan in andere herhalingstaken krijgen de leerlingen nu niet het advies om voorafgaand aan de opdrachten een of meer uitlegkaarten door te nemen. In dat opzicht wijkt deze taak af van de andere.
Aan iedere categorie is één opdracht gewijd. De leerlingen maken eerst de opgaven van die opdracht. Als tijdens het maken daarvan blijkt dat een leerling de betreffende categorie niet (meer) beheerst, krijgt hij het advies om de uitlegkaart van die categorie nog eens door te nemen. Zo nemen de leerlingen alleen de instructie nog eens door waaraan ze het meest behoefte hebben.
Uiteraard kunt u aan de hand van het gemaakte werk ook vaststellen met welke categorieën veel leerlingen moeite hebben. Daar kunt u dan in de lessen extra aandacht aan besteden.